Het klimaat is de gemiddelde toestand van het weer op een bepaalde plek op Aarde. Volgens de meteorologische definitie wordt het gemiddelde over 30 jaar bepaald. De paleoklimatologie bestudeert het klimaat aan de hand van onderzoek naar sedimenten. Uiteraard is hier deze definitie niet zo goed toepasbaar.

Belangrijke onderdelen van het klimaat zijn temperatuur, neerslag en zonneschijn. Het klimaat heeft een bepalende invloed op het leefmilieu van organismen. Sterke veranderingen in het klimaat kunnen massa-extincties veroorzaken.

De hoeveelheid zonneschijn is bepalend voor het klimaat. Door astronomische variaties in de aardbaan kan de verdeling van zonneschijn op aarde en dus het klimaat ook veranderen. Hierdoor ontstaan de Milanković cycli. Verder kunnen vulkaan erupties door uitstoting van grote hoeveelheden as, koolstofdioxide (CO₂) en zwavel tijdelijk grote klimaatveranderingen veroorzaken. Door het gedeeltelijk blokkeren van zonlicht kan de aarde flink afkoelen.

Aan het einde van het Krijt tijdperk is er op Yucatan in Mexico een meteoriet ingeslagen. Door de grote snelheid en de enorme impact van de inslag werden er grote hoeveelheden stof in de atmosfeer gebracht. Dit had een desastreus effect op het klimaat waardoor vele organismen zijn uitgestorven.

Het klimaat vandaag is onderhevig aan relatief sterke veranderingen, welke ten minste deels van anthropogene oorsprong zijn. De aanpassing aan deze 'global change' vormt één van de grootste uitdagingen voor mens, dier en ecosysteem in de komende decennia wereldwijd.