Stollingsgesteente
Stollingsgesteenten ontstaan door het stollen van magma of lava. Als het gesteente ontstaat in de aardkorst heet het een dieptegesteente als het grote intrusies of plutonen vormt. Bij kleine intrusies spreekt met van ganggesteenten. Als lava aan de oppervlakte stolt heet het een uitvloeiingsgesteente.
Magma is onderhevig aan diverse processen voordat het stolt. Dit kan de samenstelling van de magma veranderen, en uiteindelijk ook de samenstelling en soort stollingsgesteente. Voorbeelden van dieptegesteenten zijn Graniet en Gabbro, ganggesteenten Doleriet of Granofier, en voorbeelden van uitvloeiingsgesteenten zijn Basalt, Andesiet en Obsidiaan.
Feedback
Doneer
Wij zijn geheel afhankelijk van donaties. Daarom vragen wij onze gebruikers ons te helpen.