Met sutuur of sutuurlijn wordt in algemene termen de naad tussen verschillende onderdelen van een organisme aangeduid. De exacte betekenis van het woord varieert van groep tot groep. Hieronder worden de voornaamste aangehaald.

Voor koppotigen (cephalopoda) wordt met sutuurlijnen de lijn waar de tussenschotten tussen de kamers de buitenste schaal raken benoemd. Deze lijn kan een eenvoudige patronen aannemen (vb. bij nautilussen of orthoceren), of complexere patronen (vb. bij ammonieten). Zeker voor deze laatste groep is de vorm van de sutuurlijnen soms een belangrijk gegeven voor de determinatie. De sutuurlijnen van cephalopoden zijn doorgaans enkel zichtbaar bij een steenkernbewaring, dus als de oorspronkelijke schaal verdwenen is.

Close-up van de sutuurlijnen bij een ammoniet

Voor trilobieten (trilobita) bedoelt men met sutuur de gezichtsnaad, dit is de naad waarlangs het cephalon kan opensplijten bij de vervelling. De sutuur vormt de scheiding tussen de vrije wangen (librigena) en de rest van het cephalon.

 Omdat de librigena deels los liggen is de sutuur bij deze trilobiet (Gerastos) duidelijk zichtbaar