Al jaren lang worden regelmatig fossiele zoogdieren uit het Pleistoceen (onderdeel van het Neogeen tijdperk) opgevist in de Noordzee. Het botmateriaal blijft hangen in de visnetten. Dergelijk fossiel botmateriaal is in mindere mate ook bekend uit de Westerschelde en uit de grote rivieren.
De Noordzee is (op Siberië na) de belangrijkste vindplaats van resten van de wolharige mammoet. Het grootste gedeelte van de in Nederland aanwezige museumcollecties Pleistocene zoogdieren is afkomstig uit de Noordzee. De meeste resten worden opgevist ten zuidwesten van de Bruine Bank en in het westelijker gelegen Deep Water Channel.
Andere vondsten zijn: wolharige neushoorn, het reuzenhert, eland, wilde paarden, edelherten, muskusossen, steppenwisent, grottenbeer grottenleeuw, een soort hyena en de wolf. Deze dieren leefden allemaal op een toendra vlakte, die lag op de plek waar nu de Noordzee is.
Helaas is deze vindplaats voor de gewone verzamelaar onbereikbaar. Meestal is op fossielen en mineralenbeurzen wel "Noordzee materiaal" te koop.