Achter de voormalige Red Hot Truck Stop in Meridian, Mississippi, is een bekende fossielenvindplaats, met een ongewoon rijke biota van laat Paleocene en vroeg Eocene zoogdieren, vissen, reptielen, mollusken en planten, waaronder vruchten en bladeren.
De successie van de Red Hot Truck Stop vindplaats omvat het bovenste deel van de laat Paleocene Tuscahoma Formatie en de vroeg Eocene Bashi Formatie. Deze formaties vertegenwoordigen een complex ondiep marien en lagunair afzettingsmilieu.
Alleen de bovenste 3 meter van de Tuscahoma Formatie zijn ontsloten op deze locatie, door een hiatus gescheiden van de bovenliggende Bashi Formatie. De Bashi Formatie is 4.2 meter dik en is te verdelen in een onderste lowstand eenheid en een bovenste 'mariene' eenheid. De sedimenten van de Tuscahoma Formatie zijn groen tot grijs, glauconiethoudend, mica-houdend en kalkhoudende kwartszanden, silten en kleien. Vier glauconitische zand lenzen kunnen herkent worden in de Tuscahoma Formatie. Deze lnzen zijn tussen 10 en 50 cm dik en lateraal continu. Deze zandlenzen worden genummerd, en worden van onder tot boven T1 tot T4 genoemd. Aan de basis van enkele van deze zandlenzen (T1 en T4) zijn verspoelingslagen (=lag deposits) te vinden. Deze verspoelingslagen bestaan voornamelijk uit haaientanden, roggentanden en vissentanden. Tussen het verspoelde material zijn ook drifthout resten te vinden, met daaraan ook blad en stamresten van moeras- en terrestriche planten, en af en toe ook vruchten.
De boventste glauconiethoudende zandlens van de Tuscahoma Formatie (de T4 zandlens), is een zacht, niet-geconsolideerd, met cross-bedding en geulen, waarschijnlijk gevormd door getijdestromen in een estuarien afzettingsmilieu. De geulen snijden in een kleilaag. In de basis van de geulen van de T4 zandlens zit een verspoelingslaag met een rijke vertebratenfauna, de rijkste vertebratenlaag van deze vindplaats. De fauna bevat onder andere roggentanen, haaientanden, vissentresten, slangenwervels, krokodillentanden, resten van schildpadden en (meestal erg kleine) botten en tanden van zoogdieren. De vruchten uit de T4 zandlens duiden op een mangrove of kustmoeras.
De T4 zandlens wordt afgesneden aan de top door een uitgesproken, onregelmatig erosievlak, met een relief van 30 cm. Boven deze disconformatie ligt de 3 meter dikke lowstand unit van de Bashi Formatie. Deze afzettingen bestaan uit een afwisseling van schalies en mica-houdende, fijne tot middelgrove zanden. De basale zand wordt gekenmerkt door crossbedding en snijd gedeeltelijk in de T4 zandlens. Aan de basis van de lowstand unit zit weerom een zandlens met een onderin een verspoelingslaag, met klei-klasten, verrolde houtresten en fossiele zaden, en verrolde haaientanden en roggentanden. Boven deze basale zandlens zitten dungebedde schalies met gecorboniseerde bladeren, afkomstig van een Eocene moeras- en bosvegetatie. De lowstand unit van de Bashi Formatie wordt door een erosievlak gescheiden van de overliggende mariene unit. Het insnijdende contact is abrupt, onregelmatig en gebioturbeerd. Hierboven bevind zich een transgressieve zand, rijk aan marine mollusken, foraminiferen, haaitentanden en roggentanden. Deze eenheid bevat typische grote concretisch, kenmerkend voor de Bashi Formatie. Op deze locatie bestaat de mariene eenheid van de Bashi Formatie uit mica-houdende, fijne tot middelgrove kwartszanden en middelgroeve glauconietzanden. Deze eenheid is 1,2 meter dik. Het grootste deel van de fossielen in deze eenheid zijn te vinden de verspoelingslagen in de glauconiethoudende zanden. In deze eenheid zijn dat vooral mariene gastropoden, bivalven, haaientanden en roggentanden, maar bijvoorbeeld ook krokodillentanden en slangenwervels.
Met dank aan Philip A Schmitz