In de oude groeves van Vaux-Varennes, een dorp in de buurt van Reims, waren in het verleden fossielen te vinden uit het onder Lutetiaan (Eoceen). Inmiddels zijn de groeves grotentdeels volgestort, maar hier en daar kunnen nogsteeds fossielen gevonden worden. De afzettingen in deze groeven maken deel uit van het Bekken van Parijs.

In het onderste deel van de groeves waren de Zanden van Glennes (Yperiaan) ontsloten. Deze zanden bevatten vooral kleinere gastropodes. Het meest interessante zijn echter de lagen die hier boven liggen, uit het onder Lutetiaan. De transgressielaag aan het basis van het Lutetiaan bestaat uit zeer grof, glauconiet-houndend kwartszand/grind. Deze afzettingen bevinden zich aan de rand van het Bekken van Parijs, en vertegenwoordigen dus een zeer ondiep-marien mileu. 

Deze glauconietzanden zijn erg rijk aan gastropden en bivalves, voornamelijk Turritella terebellata/imbricataria en Venericardia planicosta. In de zandsteenlagen zijn ook zee-egels te vinden, met name op het raakvlak tussen de zandsteen en zand. Door het breken van de platen in de richting van de gelaagdheid zijn er af en toe ook haaientanden te vinden.